Spot on: La Pedrera

Zoals ik al eerder schreef, bestaat La Pedrera van architect Antoni Gaudí in Barcelona dit jaar precies honderd jaar. Reden genoeg voor een uitgebreide post over dit markante gebouw.

Sommigen zien in de golvende poreuze voorgevel van Casa Milà een duinenlandschap of een zandstrand. Anderen herkennen er, vanwege de ballustrades die wel wat op zeewier lijken, een koraalrif in. ‘De Steengroeve’ zoals dit markante bouwwerk ook wel wordt genoemd, is architect Antoni Gaudí ten voeten uit: architectuur geïnspireerd op natuurlijke vormen.

In de volksmond kreeg Casa Milà al snel de bijnaam ‘La Pedrera’  (De Steengroeve) vanwege de golvende façade die is uitgehakt uit ruwe kalksteen. Volgens kenners komt Gaudí’s voorliefde voor natuurlijke vormen in dit bouwwerk het best tot uiting. In Casa Milà is geen rechte muur te vinden en niets is gelijkvormig. Alle ruimten hebben verschillende vormen en hoogten. De welvingen en rondingen die overal te vinden zijn, zorgen voor bijzondere contrasten tussen licht en donker. Maar ondanks de soms surrealistische aangezichten liet Gaudí zich bij het ontwerp leiden door functionaliteit. Er wordt weleens beweerd dat onder Casa Milà de allereerste parkeergarage in de stad werd aangelegd en dat is gedeeltelijk waar. Antoni Gaudí ontwierp een ondergrondse ruimte die als de voorloper van de parkeergarage beschouwd zou kunnen worden.

De eigenzinnige schoorstenen van Barcelona’s grootste bouwmeester zijn te vinden op het dak, waar je ook een fantastisch uitzicht hebt op de Sagrada Familia. Binnen kun je een bezoek brengen aan de permanente tentoonstelling over Gaudí’s leven en werk en de modernistische meubels in de vertrekken van een van de appartementen bekijken.

Heilige Maagd
Het huis was bedoeld als woning voor de Catalaanse Rosario Segimon i Artells en haar echtgenoot Pere Milà i Camps. Segimon was een rijke weduwe, die na de dood van haar eerste echtgenoot José Guardiola een fortuin had geërfd. De Catalaan Guardiola had zijn geld eind negentiende eeuw verdiend in de overzeese Spaanse koloniën en was vervolgens teruggekeerd naar Barcelona. Na zijn dood vond Segimon in de flamboyante Pere Milà een nieuwe levensgezel, hoewel destijds het gerucht ging dat Milà alleen maar achter haar geld aan zat. Zeker is dat hij er een opvallend modernistisch optrekje aan overhield.

Gaudí werkte aan Casa Milà tussen 1906 en 1910, maar heeft het gebouw niet zelf afgemaakt, omdat er door een meningsverschil met de opdrachtgevers een einde kwam aan de samenwerking. De architect, die de traditionele religieuze normen en waarden hoog in het vaandel had, wilde op de voorgevel een nis ter ere van de Heilige Maagd inrichten, maar dat vond Pere Milà met het oog op de anti-religieuze sfeer die op dat moment heerste in de stad, niet verstandig. Gaudí stapte op en verloor zich vanaf 1910 compleet in de Sagrada Familia.

Spot
Toen het modernisme uit de mode raakte en door intellectuelen en kunstkenners uit latere generaties werd verfoeid, kreeg met name Casa Milà het hevig te verduren. La Pedrera werd niet begrepen en was decennialang het mikpunt van spot. Pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen de Catalaanse bank Caixa Catalunya het bouwwerk opkocht, kon de unieke stijl weer op waardering rekenen. De financiële instelling liet het bouwwerk restaureren en stelde het open voor publiek. In Casa Milà organiseert Caixa Catalunya tegenwoordig ook exposities die gratis te bezichtigen zijn.

Lees ook:Virtueel bezoekje aan de Pedrera van Gaudí
Lees ook:Gaudí-stoel voor € 1.600
Lees ook:Offsónar feestje bij Casa Vicens
Lees ook:Casa Milà: retro-futuristische hangar voor zeppelins
Lees ook:Gaudí’s wolkenkrabber

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.